Bladerdeeg met desem
Simone
De basis voor alles wat knispert, van kaassoufflé tot tompoes
Bladerdeeg met desem is misschien niet het snelste deeg om te maken, maar het resultaat is ongeëvenaard. De smaak is voller, de lagen steviger en het blijft langer krokant. Ik gebruik graag mijn stijve desemstarter of discard, die net wat meer diepte geeft en het deeg goed hanteerbaar maakt bij het toeren. De lage hydratatie houdt alles strak en gecontroleerd. Werk koel en precies. Boven 22 °C smelt de boter te snel en verdwijnen de lagen nog vóór de oven.
- 310 gram T65 bloem
- 130 gram stijve zuurdesemstarter 70% hydratatie → 76 g bloem, 54 g water
- 130 gram koud water
- 9 gram zout
- 30 gram ongezouten boter koud in blokjes
- 250 gram ongezouten roomboter min. 82% vet, koud maar kneedbaar
De levain (dag 1)Meng 10 g actieve starter (100%) met 76 g bloem en 54 g water.Kneed tot een stevig deegje en laat 8–12 uur rijpen bij 20–23 °C tot verdubbeld.Bewaar in de koelkast tot gebruik en gebruik de volgende dag koud. 1. Détrempe (deeg)Meng bloem, zout en boter tot kruimelig.Voeg de levain en water toe, meng kort tot het net samenkomt (niet kneden).Vorm een rechthoek van 2–3 cm dik, verpak in folie en koel minimaal 2 uur of een nacht. ToerboterVorm tussen bakpapier een plak van 16 × 16 cm.Koel tot gebruik. LaminerenTemperatuur: boter 12–14 °C, deeg 6–8 °C.Rol het deeg uit tot 32 × 17 cm.Leg de boter in het midden, vouw dicht en rol uit tot 8–10 mm dik (±50 cm lang).Maak een boek- of briefvouw en koel 30–40 min. - 3 boekvouwen (in vieren) → 64 lagen, allround en stabiel. - 3 briefvouwen (in drieën) → 27 lagen, luchtiger, meer lift voor patisserie.Herhaal nog 2 keer (totaal 3 toeren).Snijd na elke toer de randen licht aan om de lagen open te houden 4. Laatste rustLaat minimaal 1 uur rusten, liever een nacht. Gebruik3–4 mm dik: kaassoufflés, pasteitjes3 mm: appelbeignets2,5–3 mm: tompoezen of millefeuilleSnijd altijd schoon en koel nog 15–20 minuten voor verwerking. BewarenKoelkast: tot 2 dagen, luchtdicht verpakt.Vriezer: tot 2 maanden na laatste toer.Ontdooi langzaam in de koelkast en rol uit bij ±12 °C.
Temperatuurcontrole
| Onderdeel |
Richttemperatuur |
Opmerking |
| Deeg |
6–8 °C |
Stevig maar buigzaam |
| Boter |
12–14 °C |
Plastisch, geen breuken |
| Werkruimte |
max. 21 °C |
Boven 22 °C smelt boter te snel
|
Hydratatie en structuur
| Toepassing |
Toegevoegd water (g) |
Totale hydratatie (%) |
Structuur en gebruik |
| Kaassoufflés, appelbeignets (frituren) |
115–125 |
45–47 |
Stevig, gecontroleerd, geen openbarsten |
| Allround (pasteitjes, hartige taart) |
125–135 |
47–49 |
Soepel, geschikt voor oven en frituur |
| Tompoezen, millefeuille, appelflappen |
135–145 |
49–51 |
Luchtig, fijn bladerend |
| Zoete toepassingen |
145–155 |
51–53 |
Zachtere, iets elastische kruim |
| Rough puff |
155–165 |
53–55 |
Grover, rustiek bladerwerk |
Standaard: 130 g water (≈ 48% hydratatie) – balans tussen soepelheid en stevigheid.